Zelfstandigen mogen diverse aftrekposten opvoeren bij hun belastingaangifte. We zetten de vijf belangrijkste op een rij.
1. De zelfstandigenaftrek
Wanneer je als zzp’er in een kalenderjaar minimaal 1225 uur aan je onderneming besteedt, kom je in aanmerking voor zelfstandigenaftrek. Je moet daarvoor aan het urencriterium voldoen, omgerekend zo’n 24 uur per week, en voor de inkomstenbelasting geregistreerd staan als ondernemer. Dankzij deze aftrek valt het bedrag waarover je belasting moet betalen lager uit. Het kan je duizenden euro’s per jaar schelen. Goed nieuws dus.
Minder mooi is dat deze zelfstandigenaftrek sinds 2020 jaarlijks lager wordt; ging het in 2020 nog om een bedrag van 7030 euro, in 2021 is het verlaagd tot 6670 euro, en in 2028 is het nog 4120 euro. Daartegenover staat dat het urencriterium dit jaar vanwege de coronacrisis is versoepeld; zelfstandigen die geen 24 uur per week aan hun onderneming konden werken, mochten dit aantal toch opvoeren.
2. Startersaftrek voor zzp’ers
Startende ondernemers (en dus ook zzp’ers) krijgen boven op de zelfstandigenaftrek een extra startersaftrek. Zij krijgen deze maximaal drie keer in de eerste vijf jaar dat ze ondernemer zijn. Als je voldoet aan de voorwaarden van de Belastingdienst, dan mag je een bedrag van 2123 euro optellen bij het bedrag van de zelfstandigenaftrek. Je moet de zelfstandigenaftrek en de startersaftrek in hetzelfde jaar claimen. Als de zelfstandigenaftrek en de startersaftrek samen hoger zijn dan je winst, dan heb je een verlies. Dit verlies mag je verrekenen met andere inkomsten uit werk en woning.
3. Mkb-winstvrijstelling
Als zzp'er heb je ook recht op de mkb-winstvrijstelling. Deze aftrekpost geldt voor alle ondernemers die winst maken uit hun onderneming. Je hoeft hiervoor niet te voldoen aan het urencriterium. De vrijstelling voor 2020 en 2021 is vastgesteld op 14 procent van de winst, nadat je die hebt verminderd met de ondernemersaftrek en de Fiscale Oudedagsreserve hebt toegevoegd (zie punt 5). De mkb-winstvrijstelling brengt je winst omlaag, waardoor je minder belasting hoeft te betalen.
4. Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek
De kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) is een extra aftrekpost waar je als ondernemer recht op hebt. Je moet voor de KIA in een kalenderjaar tussen de 2400 en 328.721 euro (2021) investeren in bedrijfsmiddelen. Denk bijvoorbeeld aan een nieuwe laptop of camera.
Investeer je tot 59.170 euro, dan bedraagt de extra aftrekpost 28 procent van het geïnvesteerde bedrag. Besteed je meer dan dat bedrag, dan daalt de aftrek. Er zijn wel voorwaarden aan de KIA verbonden, zo vallen auto’s niet onder de regeling (energiezuinige modellen uitgezonderd). Maar wanneer je als zzp’er investeert in een laptop of bureaumeubilair, dan zijn die dus aftrekbaar en kun je er belastingvoordeel mee behalen.
Let op: er is pas sprake van een investering als je aanschaf minimaal 450 euro (excl. btw) bedraagt. Alle investeringen onder dat bedrag gelden als gewone zakelijke kosten, die je na aanschaf gelijk kunt aftrekken. Daaronder verstaan we bijvoorbeeld congressen, zakenlunches, zakelijke telefoontjes, vakliteratuur en zakelijke reiskosten.
5. Fiscale oudedagsreserve (FOR)
Omdat je als zzp’er deels voor je eigen pensioen moet zorgen, mag je elk jaar een deel van je winst reserveren voor je oudedagsvoorziening. Dit heet de fiscale oudedagsreserve. Deze FOR laat je een deel van je winst (9,44 procent, met een maximumbedrag van 9395 euro in 2021) uit je onderneming opzijzetten voor je pensioen. Dit bedrag mag je van je winst aftrekken, waardoor je minder inkomensbelasting betaalt. De belasting hierover betaal je wel, maar pas wanneer je met pensioen gaat en het geld opneemt.
Bron: Intermediair