Je zult maar een narcist hebben als manager. Dat zorgt niet alleen voor een hoop frustraties, het kan ook ziekteverzuim en burn-outs veroorzaken. Hoe ga je daarmee om? Psycholoog Alice Vlottes weet raad. Ze schreef onlangs Narcisme in organisaties, haar tweede boek over dit onderwerp.
Ongeveer één procent van alle mensen is een narcist: iemand die alleen bezig is met zijn eigen doelen en alle middelen inzet om die doelen te bereiken. Het gaat niet zomaar om een onaardig iemand met kwade bedoelingen, narcisme is redelijk objectief vast te stellen aan de hand van de criteria die hiervoor zijn vastgesteld (zie kader). Het is een aandoening, niet iets waarvan je kunt genezen.
Voor haar boek sprak psycholoog Alice Vlottes met negentien mensen die op hun werk te maken kregen met een narcist in het management. Dat hadden ze niet meteen door; pas na jaren begonnen ze de patronen te herkennen.
Charisma
In de beginfase, bijvoorbeeld als de nieuwe, narcistische manager komt solliciteren, is het lastig te zien dat je te maken hebt met een narcistische manager. ‘Je wordt aanvankelijk meegenomen in het charisma van de narcist, in het bekoord worden. Een narcist is zeer communicatief dus bij het sollicitatiegesprek maakt hij (75 procent van de narcisten zijn mannen, red.) grapjes, stelt goede vragen en legt een geweldige visie neer. Hij noemt ook goede namen uit zijn netwerk die hij prima zou kunnen inschakelen’, vertelt Vlottes.
Daardoor laat je als werkgever de laatste twijfel varen. Er is sprake van een halo-effect: de neiging om een persoon positief te beoordelen, gebaseerd op één positief aspect. ‘De slechte kanten verdwijnen. Pas als je een keer zo iemand hebt meegemaakt, ga je het gedrag herkennen. Dan moet je een beetje doorvragen’, adviseert Vlottes. ‘Je kunt bijvoorbeeld vragen naar zijn successen met het werken in teams. Als hij dan weer over zichzelf begint, moet je gaan opletten.’ Een goede tip is doorvragen over hoe hij verbinding maakte met zijn team. ‘Een ervaren organisatiemanager kan omgaan met weerstand binnen een organisatie, maar de narcist zegt: bullshit allemaal: we gaan op mijn manier verder.’
Veel beloftes en altijd onderweg
Na zijn aantreden begint de narcist altijd met veel beloftes, maar er komt weinig uit zijn handen en hij is slecht te bereiken en altijd onderweg. ‘Hij is niet meer in contact met het team, zo’n team aansturen is namelijk een uitdagende klus. Hij voelt zich beter als hij netwerkborrels afstruint, want daar krijgt hij de aandacht die hij nodig heeft. Zijn enige doel is het eigen gewin. Hij verzamelt de mensen om hem heen die in hem geloven, doet beloftes en snauwt de mensen af die hij niet kan gebruiken bij het realiseren van zijn eigen doelen.’
Pas na een tijdje ga je de patronen van de narcist misschien herkennen. Terwijl hij volgelingen om zich heen verzamelt en vooral met zichzelf bezig is, lijdt zijn team daaronder. Er ontstaat onderling wantrouwen en een negatieve sfeer, doordat de meeste mensen geen complimenten ontvangen of gestimuleerd worden om er iets van te maken. ‘De beste mensen gaan snel weg, er is veel ziekteverzuim en je ziet het aantal burn-outs toenemen. Probleem is dat je er aan gaat wennen als je er middenin zit; als de kikker in het kokende water’, zegt Vlottes. ‘Er ontstaat veel onzekerheid en faalangst, want mensen weten niet meer wat goed is om te doen, omdat de manager het altijd beter weet. Elke stap wil hij controleren. De creativiteit verdwijnt omdat hij geen ruimte biedt voor fouten. Een team in progress leert van de fouten. Bij een team waar je wordt afgebrand, verdwijnt het lerend vermogen. En omdat werknemers stilstaan, gaan ze achteruit. De manager zegt dan: het ligt niet aan mij.’
Niet kritisch zijn
Als medewerker ga je de narcistische manager niet veranderen, dus de aanval is in dit geval niet de beste strategie, legt Vlottes uit. ‘Je moet eigenlijk gewoon je eigen gang blijven gaan en de manager negeren. De beste strategie is: niet kritisch zijn, je eigen lijn blijven volgen en je niet afhankelijk opstellen van hem.’ Wat ook helpt, is jezelf een beetje opblazen en laten zien dat je belangrijk bent, want dan ben je interessant voor de narcistische manager. ‘Als jij belangrijke mensen kent, dan vindt hij je interessant. Het moet een beetje bij je passen om er zo politiek-strategisch mee om te gaan, maar ja: deze man heeft bewondering nodig. Vraag is wel hoe ver je daarin gaat. Je moet ook voorkomen dat hij zich beledigd voelt.’
Hoe kan een directie voorkomen dat een narcistische manager te veel zijn gang gaat? ‘Het begint allemaal met kennis, raden van bestuur moeten weten dat er narcisten bestaan. Nu zie je dat ze zich te veel laten leiden door de mooie verhalen, en dan hebben ze misschien minder de neiging om de werkvloer op te lopen en eens te praten met mensen hierover. Je moet doorvragen, als medewerkers weten dat jij te vertrouwen bent, dan kun je er iets aan doen.’
Kenmerken narcisme
- De overtuiging dat hij of zij belangrijker is dan anderen, en dit ook graag willen laten merken. Narcisten zijn arrogant
- Constant bewonderd willen worden. Hij of zij geniet daar enorm van en is verslaafd aan aandacht
- Een gebrek aan empathie
- De regels naar zijn hand zetten, de regels gelden niet voor hem
- Zonder scrupules mensen kunnen gebruike
- Jaloers zijn
Bron: Intermediair